Fred Bervoets

Schilder en graficus Fred Bervoets is sinds midden jaren ’60 een opmerkelijke figuur in de Belgische kunstwereld. Hij behoorde tot een kleine groep verbeten kunstenaars – onder wie ook Jan Cox, Pjeroo Roobjee en Maurice Wyckaert – rond de Antwerpse galerie De Zwarte Panter. In de hoogdagen van happening en conceptuele kunst in België bleven ze zich koppig focussen op expressionistische schilderkunst met een sterke Cobra-inslag.

Bervoets studeerde aan de Koninklijke Academie en het HISK in Antwerpen, waar hij les kreeg van onder meer Antoon Marstboom, Rik Slabbinck en René De Coninck, die allen schilderden in een sterk expressionistische stijl. Maar Bervoets zelf blijft beweren dat schilders zoals Jeroen Bosch, Pieter Bruegel, James Ensor en Vincent Van Gogh van veel groter belang voor hem zijn geweest. Bervoets is een verhalenverteller. Zijn oeuvre vertoont geen duidelijke homogeniteit in de strikte zin van het woord. Het enige houvast in zijn ‘chaotische universum’ is zijn persoonlijk leven en de indrukken die hij dagelijks opdoet. Hij toont de hevigheid, eenzaamheid en ontreddering van de mens, naar het evenbeeld van zijn eigen bestaan. De mens is in Bervoets’ visie soms liefdevol en teder, soms bijtend agressief, soms extatisch van vreugde, soms gegrepen door diepmenselijke droefheid, maar altijd gedreven door een onstuitbare levenskracht. De wereld wordt in zijn werk zelden rooskleurig voorgesteld. In de lijn van Bosch, Bruegel en Ensor bevolkt hij zijn schilderijen, etsen en tekeningen met obscene gedrochten en vertekende gestalten, maar hij is hierbij – in tegenstelling tot genoemde schilders – nooit moraliserend. Bervoets wil, naar eigen zeggen, het lelijke registreren en met een hoge gevoelsintensiteit weergeven. Zijn soms extreme fantasiebeelden met geweld, erotiek, angst en vervreemding doen op het eerste zicht vaak huiveren, maar worden onmiddellijk gerelativeerd met humoristische en verwarring scheppende motieven.

Zowel thematisch als stilistisch onderging Bervoets oeuvre nogal wat veranderingen. Het wordt dan ook, ook door hemzelf, in reeksen opgedeeld. In zijn werk van de jaren ’60 is er de sterke invloed van Cobra. In de jaren ‘70 wordt zijn werk groter, figuratiever en hoe langer hoe meer bevolkt door slang- en darmachtige figuren in druk bezette vertellingen die baden in een psychedelische sfeer: de reeks ‘Spaghetti’s’. Midden jaren ’70 wordt zijn werk relatief ‘rustiger’ met meer afgebakende figuren en objecten: de ‘Totems en Kasten’-schilderijen. Ook het assembleren van geëtste en geschilderde fragmenten op monumentale doeken doet zijn intrede. De dood van zijn goede vriend en schilder Jan Cox in 1980 veroorzaakt een kentering in Bervoets’ werk. Hij creëert de donkere, sterk existentialistische reeks ‘Hommage aan een vriend’ en spitst zich hierbij volkomen toe op etsen. Hij ontwikkelt zijn typische ‘acide verkeerd techniek’, waarbij hij rechtstreeks met een ruwe, in zuur gedrenkte borstel op de etsplaat schildert. Het levert geschilderde etsen of geëtste schilderijen op, die vanwege hun door de techniek ingegeven beperkte oplage als originele werken kunnen worden beschouwd. Eind jaren ’80 wordt Bervoets’ werk opvallend meer autobiografisch. Hij duikt steeds vaker zelf in zijn doeken op, veelal in verminkte zelfportretten. In de jaren ’90 ruimt zijn wilde, intuïtieve schilder- en etsstijl baan voor een meer rationele aanpak, waarin hij ook zachtere, meer poëtische thema’s aan bod laat komen. Wat niet betekent dat de kunstenaar tot rust is gekomen. Nog altijd toont hij zich een geboren verhalenverteller met een indrukwekkende creatiedrift en voert hij zichzelf op als kernpersonage binnen zijn chaotische universum. © SMAK

Photo: © Knack

Artist work:

Scroll to Top